Peter Wildeman is kerkorganist in de Gereformeerde Gemeente van Tholen (van Oeckelen-orgel). ’s Zondags begeleidt hij met andere collega-organisten de erediensten. Een enkele keer speelt Peter ook in de Ger. Gemeente van Sint-Philipsland. Peter is ook organist in Antwerpen (wijk Merksem) bij van Evangelist A. van Setten. Toen Peter nog woonachtig in Lisse was, was hij kerkorganist in de Ger. Gemeente van Lisse, en beschikte toen over een 3-klaviers Sloof-orgel.
Hieronder vind u de orgelfronten, achtergrond-informatie en disposities van de orgels.
Tholen
Nadat het kerkgebouw van de Gereformeerde Gemeente te Tholen aan de Hoogaarsstraat te klein was, werd op 21 december 2001 de eerste paal voor een grotere kerk geslagen. Bijna twee jaar later kon op woensdag 3 september 2003 de Rehobotkerk in gebruik worden genomen. Het gebouw is ontworpen door architect Valk uit Soest.
Orgel
Het Strubbe-orgel uit het oude kerkgebouw zou veel te klein zijn voor de nieuwe Rehobothkerk te Tholen, zodat bij de bouw van de nieuwe kerk in 2001 werd besloten uit te zien naar een ander orgel. Onder leiding van adviseur Dirk Bakker kwam de orgelcommissie van Tholen op het spoor van een Van Oeckelen-orgel uit 1841. Dit was gebouwd voor de Rooms-Katholieke Academie- of Broerenkerk (gewijd aan Sint Martinus) in Groningen.
Het Van Oeckelen-orgel werd in 1867 door de bouwer uitgebreid met vijf pedaalstemmen. Na de bouw van een nieuwe Sint Martinuskerk werd in 1895 het Van Oeckelen-orgel verkocht en drie jaar later door Jan Doornbos in de Gereformeerde Parklaankerk in Groningen geplaatst.
Enkele decennia later, in 1926, bouwde orgelmaker A.S.J. Dekker uit Goes het orgel om, waarbij het binnenwerk werd gewijzigd en het front verloren ging. Een nieuw front werd ontworpen door architect Engbert Reitsma. Er vonden geen dispositiewijzigingen plaats. Wel moeten in de tussenliggende tijd enkele dispositiewijzigingen hebben plaatsgevonden zoals het verplaatsen van de Hobo 8' van het Hoofdwerk naar het Bovenwerk.
In 1938 werden door Mense Ruiter herstelwerkzaamheden aan het Van Oeckelen-orgel uitgevoerd. De Trompet 8' werd vernieuwd, de Mixtuur kreeg er enkele koren bij en er werd een Cornet toegevoegd. Een tweede dispositiewijziging door Mense Ruiter vond plaats in 1962.
In 1987 werd de Parklaankerk in Groningen gesloten en drie jaar later afgebroken. Het Van Oeckelen-orgel werd gedemonteerd en opgeslagen bij orgelmaker Sicco Steendam. Uiteindelijk werd het aangekocht door de Gereformeerde Gemeente van Tholen. Er werd een historische kas ontworpen in de stijl van Van Oeckelen, waarbij de Van Oeckelen-orgels in Strijen en Smilde als voorbeeld dienden. De 20e-eeuwse dispositiewijzigingen werden ongedaan gemaakt, het pijpwerk uit 1841 en 1867 werd aangevuld met eigen pijpwerk. De Chalcodion van het Bovenwerk is vervaardigd door Marten Eertman in 1913 voor het orgel van de Gereformeerde Kerk van Garrelsweer. De Hobo is van Van Oeckelen uit 1892, afkomstig uit het orgel van de Grote Kerk in Deventer.
Op 2 april 2004 werd het Van Oeckelen-orgel in Tholen in gebruik genomen met een bespeling door de vier vaste organisten van de gemeente.
Dispositie van het Van Oeckelen-orgel (1841) vanaf 1867: | |||||
Hoofdwerk: Prestant - C-E uit Bourdon Bourdon Octaaf Gedakt Octaaf Fluit Terts - disc. Gedekte Quint Octaaf Mixtuur Cornet - disc. Trompet Trompet |
16 voet 16 voet 8 voet 8 voet 4 voet 4 voet 3 1/5 voet 3 voet 2 voet IV sterk V sterk 16 voet 8 voet |
Bovenwerk: Prestant Holpijp Holfluit Viola di Gamba Fluit Travers - disc Octaaf Fluit Open Fluit Fajolet Chalcodion Hobo |
8 voet 8 voet 8 voet 8 voet 8 voet 4 voet 4 voet 2 voet 1 voet 8 voet 8 voet |
Pedaal Subbas Violon Holpijp Bazuin Trombone |
16 voet 8 voet 8 voet 16 voet 8 voet |
Werktuiglijke registers: Koppel Hoofdwerk-Borstwerk Koppel Pedaal-Hoofdwerk Tremulant Borstwerk Windlosser Calcant |
Overige gegevens: Manuaalomvang: C-f’’’ Pedaalomvang: C-c’ Stemming: Evenredig zwevend Toonhoogte: a’ = 462 Hz Tractuur: mechanische sleepladen |
LISSE
In 1991 werden er in Lisse nieuwe organisten gevraagd. Samen met nog 5 kandidaten gaf Peter gehoor aan deze oproep. De VOGG keurde deze 6 organisten op theorie en praktijk. Peter werd toen aangesteld als organist van de Gereformeerde Gemeente van Lisse. Hij bespeelde tot 1997 het 3-klaviers Sloof-orgel. In verband met zijn verhuizing naar Tholen (huwelijk), rondde hij zijn periode als kerkorganist in Lisse af. Hieronder leest u over het orgel en de dispositie!
Nieuwbouw in 1968
In 1966 werd er reeds enige tijd over gesproken om het orgel van deze kerk te vernieuwen of te vervangen. Er werden twee voorstellen gedaan. Het eerste plan was een geheel nieuw mechanisch orgel te laten bouwen. Het tweede voorstel was om het huidige orgel geheel te restaureren. Uiteindelijk werd m.b.v. een orgelcommissie besloten om een nieuw elektro-pneumatisch orgel te laten bouwen met gebruikmaking van zoveel mogelijk pijpwerk en materialen uit het oude orgel. De totale kosten bedroegen Fl. 65.000,-- hetgeen aanzienlijk goedkoper was dan een nieuw te bouwen mechanisch instrument.
De opdracht werd gegeven aan de Firma Slooff Orgelbouw uit Ouderkerk a/d IJssel.
Hij bouwde een orgel met 31 stemmen verdeeld over Rugwerk, Hoofdwerk, Zwelwerk en Pedaal. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het pedaal slechts drie grondregisters kreeg van waaruit de overige pedaalstemmen getrokken werden volgens het zgn. unit-systeem.
Het orgel werd op 28 juni 1968 in een speciale kerkdienst in gebruik genomen.
Voorganger was Ds. W. Suyker en organist Jan Bonefaas uit Gorinchem begeleidde de samenzang en speelde enkele solo’s op het nieuwe orgel.
Grote schoonmaakbeurt en wijzigingen in 1989
In 1989 kreeg het orgel een grote schoonmaakbeurt, de windvoorziening verbeterd en de dispositie enigszins gewijzigd. Het werk werd uitgevoerd door de firma Hendriksen & Reitsma uit Nunspeet. De dispositie werd als volgt veranderd:
De Scherp II-IV en de Dulciaan 8’ van het Rugwerk werden verwijderd.
De Sesquialter II en de Kromhoorn 8’ werden vanuit het Zwelwerk overgeplaatst naar de vrijgekomen ruimte op het Rugwerk.
Op de vrijgekomen plaatsen in het Zwelwerk werden een nieuwe Quintfluit 2 2/3 en een Hobo 8’ geplaatst.
De Sifflet 1’ op het Hoofdwerk kwam te vervallen maar werd gedeeltelijk hergebruikt in de nieuwe Quintfluit van het Zwelwerk.
De Mixtuur III-V van het Hoofdwerk werd teruggebracht naar een Mixtuur IV.
Door de laatste twee genoemde wijzigingen kwam er ruimte vrij op het Hoofdwerk zodat een nieuwe Cornet III (vanaf c 1) kon worden geplaatst.
Mede vanwege de nieuwe Cornet is een Tremulant toegevoegd aan het Hoofdwerk.
Alle stemmen zijn opnieuw geïntoneerd.
Het gerestaureerde orgel werd op 16 juni 1989 in gebruik genomen tijdens een zang- en orgelavond. Gastorganist van deze avond was Herman van Vliet uit Bodegraven.
Hij begeleidde de samenzang en speelde enkele orgelsolo’s.
Problemen door slijtage
Door slijtage in de loop der jaren, uitdroging van de mechanieken en achterstallig onderhoud dreigde het totale functioneren van het orgel eind 2009 een probleem te worden. De membranen, uit 1968, waren na meer dan 40 jaar dienst hard aan vervanging toe. De registers in het pedaal spraken matig en ook het mechaniek van het pedaal was problematisch. Ook bleek de windtoevoer naar het pedaal aan de te krappe kant. In het Hoofdwerk en vooral ook het Rugwerk trad in verschillende delen van enkele registers doorspraak op. Bij grote verschillen in vochtigheid waren sommige registers dan ook nauwelijks bruikbaar.
Qua intonatie en de mogelijkheden van het instrument waren er ook verschillende wensen. De draagkracht van het pedaal liet behoorlijk te wensen over. Het Prestantenkoor van het Hoofdwerk was qua toonvorming aan de discant niet erg fraai. De Mixtuur van het Hoofdwerk was niet erg passend in het geheel. Verder waren er vreemde onregelmatigheden qua intonatie in verschillende stemmen van het orgel.
Een grote renovatie in 2010
Nadat bij meerdere orgelbouwers informatie is ingewonnen, kreeg uiteindelijk Firma de Wit uit Nieuw-Vennep de opdracht om de renovatie-werkzaamheden te gaan uitvoeren. Daarbij werd de techniek van de speeltafel compleet vervangen. De bestaande manualen en het pedaalklavier werden behouden. De registerschakelaars werden allemaal vernieuwd. De bediening van de registers, koppels, toetsen en de speelhulpen zijn nu geheel met digitale techniek uitgevoerd. De ruim 1600 membranen van het pijporgel zijn allen vernieuwd. De scheuren in de lades van het Hoofdwerk en Rugwerk, die de lastige doorspraak veroorzaakten, zijn gerepareerd. De Mixtuur van het Hoofdwerk is qua samenstelling aangepast aan de rest van het instrument en ook geheel opnieuw geïntoneerd. De mechanieken van de Bazuin en de Subbas in het pedaal zijn zodanig gemodificeerd dat de windtoevoer nu ruimer is en dus alle pijpen goed kunnen spreken en hierdoor veel meer draagkracht leveren.
Een extra geplaatst windkanaal zorgt nu voor een evenwichtige windtoevoer voor het pedaal. Tevens werden enkele aanvullingen middels het zgn. unitsysteem in de dispositie van het pedaalaangebracht.Een Holquint 10 2/3' een "akoestische" Subbas 32' en een Quint 5 1/3' geeft het pedaal nu net wat meer extra zeggingskracht.
De pijpen voor de discant van het Prestantenkoor van het Hoofdwerk moesten worden vervangen om weer goed in het geheel van het orgel te kunnen functioneren. Alle mechanieken van de registers en relais zijn opnieuw afgeregeld zodat alles weer optimaal werkt. De nieuw geplaatste schakeling, met digitale techniek, vervangt nu de versleten oude techniek. Groot voordeel is dat nu nog maar één schakelaar wordt gebruikt per toets en in het pedaal is een geheel stofdicht contact toegepast. De bedrijfszekerheid en duurzaamheid van de bedieningstechniek is hierdoor nu optimaal geworden.
Ook de toevoeging van extra sub- en superkoppels vergroten duidelijk de bruikbaarheid van het gehele instrument. Eind april 2010 werden de werkzaamheden afgerond.
De huidige dispositie
PEDAAL
MAN. I(Rugwerk)
MAN. II(Hoofdwerk)
MAN. III(Zwelwerk)
1-Subbas 32’
14-Holpijp 8’
22-Quintadeen 16’
39-Viola di Gamba 8’
2-Subbas 16’
15-Prestant 4’
23-Prestant 8’
40-Vox Celeste 8’
3-Holquint 10 2/3 ‘
16-Gedekt Fluit 4’
24-Roerfluit 8’
41-Gedekt 8’
4-Octaafbas 8’
17-Nachthoorn 2’
25-Octaaf 4’
42-Octaaf 4’
5-Fluitbas 8’
18-Sesquialter 1-2st.
26-Vlakfluit 4’
43-Roerfluit 4’
6-Quint 5 1/3 ‘
19-Kromhoorn 8’
27-Quint 2 2/3’
44-Quintfluit 2 2/3 ‘
7-Koraalbas 4’
20-MAN. I + III
28-Octaaf 2’
45-Gemshoorn 2’
8-Bazuin 16’
21-Tremulant
29-Cornet 3 st.
46-Hobo 8’
9-Trombone 8’
30-Mixtuur 3-5 st.
47-MAN III sub
10-Trompet 4’
31-Trompet 8’
48-MAN III super
11-PED + I
32-MAN II sub
49-MAN III + II super
12-PED + II
33-MAN II + I
50-Tremulant
13-PED + III
34-MAN II + I sub
35-MAN II + III
36-MAN II + III sub
37-MAN II + III super
38-Tremulant
Klavieren 3 x 56 toetsen ( C t/m g ''' )
Pedaal 30 toetsen ( C t/m f ' )
Tractuur is electro-pneumatisch
Overbrenging speeltafel naar orgel is digitaal
Zweltrede voor Manuaal III
Vaste geheugens PP, P,MF, F, FF, T
AP - Automatisch Pedaal
* Bij bespelen Rugwerk of Zwelwerk werken in het pedaal alleen registers 2, 5 en 13
* Bij het bespelen van het Hoofdwerk kunnen alle pedaalregisters normaal worden gebruikt.
TA- Tongwerken Af ( voor registers 8, 9, 10, 19, 31 en 46 )